Sinds ik begonnen ben met serieus hardlopen na de 5km van Haarlem in oktober 2014, is het tijd om te kijken hoe ik ervoor sta. Wat hebben al die trainingen mij nu gebracht?
Laten we beginnen met het analyseren van de 5 km van Haarlem, dat was op zondag 28 september 2014, 19 weken voor de Groet uit SchoorlRun.
Tijd gelopen: 32:04 (6:25m/km, of 9,25km/h).
Zoals in de grafiek te zien is, kom ik al na 3:05 op mijn omslagpunt (184 slagen per minuut), dus begin ik daar al met het verbranden van suikers en te verzuren. Vervolgens houd ik dat nog zo’n 30 minuten vol, wat op zich een prestatie is.
Ik ben nu 4 kilo lichter en loop ongeveer 2 keer per week. Een keer op de atletiekbaan, een keer in de duinen. Daarnaast ben ik begin dit jaar weer begonnen met 1-2 keer per week op de roei-ergometer te trainen.
Tijdens mijn laatste training voor de Groet uit Schoorlrun, 10 kilometer door de Bloemendaalse duinen bereik ik nooit mijn omslagpunt. Ik loop dan gemiddeld 6:24 min/km ofwel 9,38km per uur. Ongeveer dezelfde snelheid als de 5km tijdens de Halve van Haarlem.
De Groet uit SchoorlRun 10km wedstrijd loop ik in 1:02:27 (6:15m/km, of 9,6km per uur). Daar bereik ik pas op het laatst mijn omslagpunt, namelijk als ik mijn eindsprint inzet.
Uit mijn inspanningstest eerder dit jaar blijkt dat ik 53 minuten zou moeten kunnen halen op de 10km. Dat betekent 5:18 min/km… Dat vind ik nog wel erg hard voor bijna een uur hardlopen.
Mijn eerst volgende doel is de 12 kilometer tijdens de Zandvoort Circuitrun van 29 maart. Doel? Ik ken het parcours niet. Het is wel divers, met een stuk circuit, een stuk strand, duinen en door de stad. Zoals ik het nu bedenk zou 6:00 min/km, ofwel 1 uur 12 minuten een goed doel zijn.